Mijn zoon heeft momenteel de nodige uitdagingen in het
onderwijs. Het is een slim manneke, dat niet tot leren kan komen. Hij vindt
niet leuk op school en wil er eigenlijk niet meer heen. Hij voelt zich
ongelukkig en niet op zijn plek. Dit leidt ertoe dat hij op school maar wat
rondhangt. Hij speelt buiten, neemt deel aan de kring en tijdens werkmomenten doet
hij weinig tot niks. Op school hebben ze niet echt last van hem. Hij is
cognitief ver genoeg voor, waardoor zijn gebrek aan leren geen probleem vormt
voor de leerdoelen. Hij valt over het algemeen geen andere kinderen lastig,
schreeuwt niet, huilt niet en is niet echt een storende factor. Maar als hij
thuis komt is hij ontevreden over zijn dag op school. Hij wordt dwingend, boos
en uiteindelijk eindigt het in een huilbui.
Waar zit het probleem? Is er een probleem op school of ligt
het probleem thuis? Zoals ik al eens in een eerder blog schreef heb je als
moeder met een psychiatrische stoornis een rood vlaggetje bij je naam. Nu zijn
ze op school slechts beperkt op de hoogte van wat er aan de hand is, maar ze
wéten het wel.
Het is gebruikelijk om, als er problemen ontstaan die zich primair thuis manifesteren, ook naar de thuissituatie te kijken, bij mij is dit niet anders dan bij anderen. Echter, mijn thuissituatie ligt al vier jaar onder de loep en er is door verschillende afzonderlijke professionals geconstateerd dat ik het, ondanks mijn problematiek, goed doe met de kinderen.
Het is gebruikelijk om, als er problemen ontstaan die zich primair thuis manifesteren, ook naar de thuissituatie te kijken, bij mij is dit niet anders dan bij anderen. Echter, mijn thuissituatie ligt al vier jaar onder de loep en er is door verschillende afzonderlijke professionals geconstateerd dat ik het, ondanks mijn problematiek, goed doe met de kinderen.
Ondanks de bevestiging die ik al meerdere malen heb
gekregen, maak ik me toch opnieuw zorgen. Ik voel me in de verdediging gedrukt,
ik heb het gevoel dat ik mijn opvoeding en manier van omgaan met mijn eigen problemen
moet verantwoorden. Dit kan ik natuurlijk heel makkelijk bij de ander
neerleggen, in dit geval school: ‘Zij wijzen naar mij en drukken mij in de
verdediging!’ Maar als ik heel eerlijk naar mezelf kijk druk ik mezelf in de
verdediging.
Ík ben degene die zich wéér afvraagt of het mijn problematiek is die afstraalt op mijn kind. Ik ben degene die elk moment met de kinderen extra onder een vergrootglas leg om te kijken of ik ze niks ‘aandoe’. Ik maak het mijzelf moeilijk en dus de kinderen ook. Even lekker ongedwongen leuk doen, grapjes maken, of boos worden is er niet meer bij. En juist dán ontstaat er een sfeer waarin kinderen slecht gedijen.
Ík ben degene die zich wéér afvraagt of het mijn problematiek is die afstraalt op mijn kind. Ik ben degene die elk moment met de kinderen extra onder een vergrootglas leg om te kijken of ik ze niks ‘aandoe’. Ik maak het mijzelf moeilijk en dus de kinderen ook. Even lekker ongedwongen leuk doen, grapjes maken, of boos worden is er niet meer bij. En juist dán ontstaat er een sfeer waarin kinderen slecht gedijen.
Ik heb maar weer om extra bevestiging gevraagd: ‘Is het echt
niet mijn schuld?’ Alle professionals bevestigen dat het daar niet op lijkt,
zeker kun je natuurlijk nooit zijn. Dus probeer ik voor nu maar de conclusie
trekken: het is niet mijn schuld. Natuurlijk gaat dit niet zonder slag of
stoot, het is een constant gevecht in mijn hoofd waarbij alle argumenten voor
en tegen opnieuw van de ene kant van mijn hersenpan naar de andere kant worden
geslingerd. De bevestiging van ‘neutrale’ professionals is gelukkig wel een
heel sterk argument en dat helpt me om het gevecht te ‘winnen’.
Dus om mezelf nog eens te sterken: Het is niet mijn
schuld!
O, enne… dan kun je natuurlijk nog een hele discussie voeren
over of de depressie en alles wat daaruit voortvloeit überhaupt iets met schuld
te maken heeft, maar die bewaar ik voor een andere keer!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten