zondag 8 november 2020

Ik heb niet de kracht, ik móet

 

Een terugval, een gigantische terugval. Door een hele nare situatie gaat het slecht met me. Het voelt alsof ik weer terug ben bij af, bij waar ik ooit startte op de bodem van de put. 

Ik doe alles wat ik moet doen: Ik sta elke dag op tijd op en ga op tijd naar bed. Ik eet redelijk fatsoenlijk, zorg dat ik elke dag naar buiten ga en in beweging blijf. Ik zoek contact met mensen om mij heen en vraag om hulp. Ik slik extra pillen, ook al heb ik een hekel aan pillen. Ik doe alles wat er in een gemiddeld crisissignaleringsplan staat. En ik haat het. 

Ik doe, zoals altijd, mijn uiterste best om alles goed te doen. Terwijl in mijn bed liggen, verzorgd worden, of liever nog: verdwijnen, het enige is dat ik nu zou willen. Ik wil niet meer dat het beter gaat, ik wil opgeven. Ik ben zo moe van altijd maar mijn best doen en alles goed doen. 

Mensen vinden mij dapper dat ik zo doorzet. Ze vinden mij knap dat ik alles zo goed aanpak. Ik krijg bewonderende woorden dat ik zo goed kan verwoorden wat er in mijn hoofd omgaat. Maar dat wíl ik helemaal niet. Ik wil het hoopje ellende en wanhoop kunnen zijn dat ik me voel. Maar dat mag ik niet van mezelf, want ik moet alles goed doen. Ik móet goed voor mezelf zorgen en zo mezelf weer op de been helpen. En zo zet ik mezelf klem, ik kan geen kant op. 

Ik zie wat het me oplevert, mijn leven gaat door, het helpt me hopelijk om ook weer uit deze put te komen. Verstandelijk weet ik dat het goed is wat ik doe, maar mijn gevoel zegt dus iets anders. Dus nu ga ik op zoek naar hoe ik mijn verstand en gevoel beiden de ruimte kan geven die ze nodig hebben, zodat ik uiteindelijk weer een midden vind tussen willen en moeten.

 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten