Ik kan best wel zelf beslissen. Tenminste, die illusie
heb ik. Maar wat zijn er in de GGZ toch een hoop mensen die vóór je willen
beslissen! Wat zijn er toch een hoop mensen die denken dat ze het beter weten.
Volgens mij ben ik de enige die in mijn eigen hoofd kan kijken en zien wat er
gebeurt in die bedrading. Natuurlijk heb ik mijn blinde vlekken, sommig gedrag
van mezelf wíl ik gewoon niet zien of erkennen. Daarnaast is het ook nog zo dat
de depressie mijn blik op de werkelijkheid behoorlijk beïnvloedt. Als ik een
beslissing neem, neemt mijn depressie die beslissing met me mee. En wat nou
precies Maaike is en waar de depressie spreekt is heel erg lastig te bepalen.
Daarom is het goed om grote of belangrijke beslissingen in samenspraak met de
behandelaar te maken. Zodat zij mij een spiegel kan voorhouden en me af en toe
eens kan vragen wie er nou praat, ik of de depressie. En dan ben ík
uiteindelijk degene die de beslissing neemt.
Hier liep ik enorm tegen aan toen mijn dochter in het
ziekenhuis lag. Acht weken na haar geboorte wilde ze helemaal niet meer drinken. Voor zo’n klein hummeltje is dat een flink
risico, dus ze werd opgenomen en kreeg een sonde. Omdat ik borstvoeding gaf
bleef ik er constant bij, telkens weer proberen te voeden. Op dat moment was ik
al depressief, onder behandeling en slikte ik medicatie. Deze opname, en de
afwijzing die ik voelde bij mijn dochter toen ze niet wilde drinken, zorgde
voor een enorme terugslag in de depressie. Ik was apathisch en liet eigenlijk
alles aan de verpleging over. Terecht dat zij zich zorgen over mij maakten en
vroegen voor mij een gesprek aan met de psychiater.
Omdat ik zelf ook wel zag dat het niet goed ging accepteerde
ik dat en ging het gesprek aan. Ik vroeg wisseling van medicatie en extra
ondersteuning thuis. De psychiater suggereerde moeder-kindopname, maar dat
wilde ik absoluut niet. Ik wilde in mijn vertrouwde omgeving blijven, bij mijn
dochter, oudere zoon en man. Ik gaf aan dat dat geen optie was en zij ging
terug om te overleggen.
Een dag later kreeg ik weer een gesprek, ditmaal op hun
verzoek mét mijn man erbij. De psychiater opende het gesprek met:’het wordt
toch opname’. Mijn reactie was:’dat ga ik niet doen’. Er ontstond een
discussie. Ze had al gebeld en er was een plek voor me gereserveerd, ik kon er
morgen met mijn dochter heen. Ik had wel mazzel, want er was meestal niet zo
snel plek! Toen ik rigoreus bleef weigeren keken ze mijn man aan. Of hij het
goed vond als ik gewoon naar huis zou komen. Uiteraard hadden we dit van te
voren besproken en stond hij achter me. Maar dat ze hem om toestemming
vroegen... ik heb een depressie, maar ik ben toch niet gek?!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten