zondag 18 september 2016

Ik ben toch niet gek?!



Ik kan best wel zelf beslissen. Tenminste, die illusie heb ik. Maar wat zijn er in de GGZ toch een hoop mensen die vóór je willen beslissen! Wat zijn er toch een hoop mensen die denken dat ze het beter weten. Volgens mij ben ik de enige die in mijn eigen hoofd kan kijken en zien wat er gebeurt in die bedrading. Natuurlijk heb ik mijn blinde vlekken, sommig gedrag van mezelf wíl ik gewoon niet zien of erkennen. Daarnaast is het ook nog zo dat de depressie mijn blik op de werkelijkheid behoorlijk beïnvloedt. Als ik een beslissing neem, neemt mijn depressie die beslissing met me mee. En wat nou precies Maaike is en waar de depressie spreekt is heel erg lastig te bepalen. Daarom is het goed om grote of belangrijke beslissingen in samenspraak met de behandelaar te maken. Zodat zij mij een spiegel kan voorhouden en me af en toe eens kan vragen wie er nou praat, ik of de depressie. En dan ben ík uiteindelijk degene die de beslissing neemt.

Hier liep ik enorm tegen aan toen mijn dochter in het ziekenhuis lag. Acht weken na haar geboorte wilde ze helemaal niet meer drinken. Voor zo’n klein hummeltje is dat een flink risico, dus ze werd opgenomen en kreeg een sonde. Omdat ik borstvoeding gaf bleef ik er constant bij, telkens weer proberen te voeden. Op dat moment was ik al depressief, onder behandeling en slikte ik medicatie. Deze opname, en de afwijzing die ik voelde bij mijn dochter toen ze niet wilde drinken, zorgde voor een enorme terugslag in de depressie. Ik was apathisch en liet eigenlijk alles aan de verpleging over. Terecht dat zij zich zorgen over mij maakten en vroegen voor mij een gesprek aan met de psychiater.

Omdat ik zelf ook wel zag dat het niet goed ging accepteerde ik dat en ging het gesprek aan. Ik vroeg wisseling van medicatie en extra ondersteuning thuis. De psychiater suggereerde moeder-kindopname, maar dat wilde ik absoluut niet. Ik wilde in mijn vertrouwde omgeving blijven, bij mijn dochter, oudere zoon en man. Ik gaf aan dat dat geen optie was en zij ging terug om te overleggen.
Een dag later kreeg ik weer een gesprek, ditmaal op hun verzoek mét mijn man erbij. De psychiater opende het gesprek met:’het wordt toch opname’. Mijn reactie was:’dat ga ik niet doen’. Er ontstond een discussie. Ze had al gebeld en er was een plek voor me gereserveerd, ik kon er morgen met mijn dochter heen. Ik had wel mazzel, want er was meestal niet zo snel plek! Toen ik rigoreus bleef weigeren keken ze mijn man aan. Of hij het goed vond als ik gewoon naar huis zou komen. Uiteraard hadden we dit van te voren besproken en stond hij achter me. Maar dat ze hem om toestemming vroegen... ik heb een depressie, maar ik ben toch niet gek?!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten