maandag 17 oktober 2016

De psychiatrische afdeling – het vervolg



Daar zat ik dan te wachten tot ik gehaald zou worden. Mijn man was bij me, dus daar ging ik maar allerlei absurde grapjes tegen maken. Toch jammer dat we op een andere manier met spanning omgaan; hij wordt stil en ik word hyper. Gelukkig hoefden we niet al te lang te wachten.

Daar was de psychiater: een gewone man met gewone kleren en een gewone stem, eigenlijk een mens als ieder ander. Hij leek op geen manier op het monster dat ik van hem gemaakt had in de krochten van mijn hersenen. Vervolgens ga je eerst de vertrouwde rituelen door die je bij elke behandelaar hebt. Handje geven, je naam zeggen, naar de behandelkamer lopen waar jij aan de ene kant van de tafel plaatsneemt en de behandelaar plaatsneemt aan de kant waar hij het computerscherm kan bekijken. Die rituelen stellen op de één of andere manier toch wel wat gerust. Je weet weer even waar je aan toe bent en wat er komen gaat.

En toen begon het echte werk, vertellen waar ik voor kom en wat er aan de hand is. Een geschiedenis van meer dan één depressie en de huidige die al zo’n twee jaar duurt is niet in vijf minuten verteld. En aangezien ik ook bepaald niet trots ben op mijn verhaal, komt het er niet heel soepel uit. Gelukkig was meneer de psychiater redelijk geduldig en had hij meer dan de gebruikelijke 10 minuten consulttijd voor me. En toen bleek dat deze meneer ook in zijn benadering naar mij geen monster was. Hij was vriendelijk, luisterde goed, wist duidelijke vragen te stellen en we kwamen samen tot enkele conclusies ten aanzien van de medicatie en de behandeling.

Al met al is het me toch wel meegevallen. Het blijft voor mij lastig om mijn verhaal te doen bij een arts of behandelaar. Dat heeft alles te maken met schaamte en de angst beoordeeld en veroordeeld te worden. Hoewel ik mij niet be- of veroordeeld voelde, had ik wel heel erg het gevoel geëvalueerd te worden. Graag zou ik eens in het hoofd van degene tegenover me willen kijken om te weten wat ze nou écht denken (over mij). Want vertrouwen, dat blijf ik lastig vinden. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten