vrijdag 4 november 2016

Onrust



Soms heb ik onrust in mijn hoofd. Je kent dat wel denk ik. Dan ben je met honderd dingen tegelijk bezig en komt er niks af. Dan ga je naar de keuken om iets te pakken en tegen de tijd dat je in de keuken bent, ben je alweer vergeten wat je ging pakken. Je kijkt even doelloos rond, doet (in de hoop dat er een lampje gaat branden) de koelkastdeur open en loopt vervolgens terug naar de woonkamer. Daar zie je de vuile sokken van je zoon liggen en loopt naar de gang, en ondertussen herinner je je weer wat je in de keuken ging doen. Met de sokken in de hand loop je naar de keuken, legt ze in de koelkast, neemt een koekje uit de trommel en gaat weer naar de woonkamer, waar je er achter komt dat je eigenlijk een kopje thee wilde zetten…

Zulke chaotische momenten kent iedereen wel. Je lacht jezelf even uit en dan herpak je je weer. Soms heb ik dagen achtereen dit gevoel in mijn hoofd. Het eten mist de helft van de ingrediënten, ik heb rijen onbeantwoorde mails en over het huishouden zullen we het maar niet hebben. In dat soort perioden leef ik met mijn kalender. Elke activiteit staat er op en dat is dan de enige manier waarop de belangrijke dingen gedaan worden. 

Maar waar komt die onrust dan vandaan? Vaak heb ik wel een idee. Soms gebeurt er veel in korte tijd, maar vaak heeft het te maken met spannende afspraken die in de planning staan. Bijvoorbeeld de zoveelste keuring bij het UWV, een afspraak met de psychiater of een moeilijk thema waar ik in therapie mee bezig ben. En dan ga ik, in een poging de spanning de baas te blijven, heel druk heel veel dingen doen. We zeggen dan altijd dat ik een beetje hyper ben, en dat is ook zo, ik kan me dan wel meten aan de gemiddelde ADHD’er. En weet je, ergens is die hyperactiviteit ook wel prettig. Als ik zo druk ben, heb ik geen tijd om na te denken, geen tijd om te sippen, geen tijd om depressief te zijn. En dat is soms best heel erg prettig, even doen alsof alles normaal is, alsof ik beter ben. Maar het heeft ook een keerzijde. Doordat ik zo druk ben negeer ik ook mijn lichaamssignalen. Honger, vermoeidheid, pijn, ik merk het nauwelijks op en dender over al mijn grenzen heen. Uiteindelijk is het dan ook geen houdbare situatie, want aan het einde van het liedje stort ik altijd weer in. Dan zit ik in een grote dip, ben eindeloos moe en niet vooruit te branden en komt de spanning alsnog terug.

Dus ben ik op zoek naar balans. De spanning accepteren, laten bestaan en er misschien zelfs uiting aan geven als dat lukt, maar mezelf ook genoeg afleiden dat ik wel de dingen kan blijven doen die ik moet doen. Ik wil oog houden voor mijn interne staat van zijn en mezelf in acht nemen. Dat is een fantastisch idee, maar zoals met zoveel ideeën: makkelijker gezegd dan gedaan. Maar dat weerhoudt me er niet van om te blijven proberen!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten