donderdag 10 november 2016

De kamer van de psycholoog



Als je ergens vaak komt, wordt het vertrouwd. Je leert de hoekjes van de ruimte kennen, de lichtinval, de geur en de geluidjes. Dat geldt voor mij ook voor de kamer van de psycholoog. Ik ben er vaak geweest en kom er nog steeds vaak. Ik weet hoe de boeken staan in de kast, hoe de planten groeien en de vitrage hangt. Dat de ruimte altijd hetzelfde is geeft iets vertrouwds, iets veiligs. Ik ga altijd op dezelfde stoel zitten en zij ook, zij maakt koffie of thee en we praten over ditjes en datjes. Nog even het dossier (inmiddels een flinke stapel) en de leesbril erbij pakken. Pas als ze gaat zitten en de thee is ingeschonken gaat het over serieuze dingen. In een eerdere blog had ik het al over de veiligheid die rituelen bieden. Dat geldt ook voor hoe de kamer eruit ziet. De continuïteit van de ruimte biedt houvast.

De ruimte is dus altijd hetzelfde, maar soms verandert er iets. De vitrage is (tijdelijk) weg, een plant is gesnoeid, er staat een boek anders in de kast, er zijn opeens andere stoelen… dat soort dingen vallen me altijd wel op. Het leent zich leuk voor een nietszeggend gesprek.

‘Goh, waar is de vitrage?’
‘Die heb ik gewassen, dat was wel weer eens nodig. Ik heb zelfs de strijkplank bij me om het weer netjes te strijken voor ik het ophang.’
‘Zo, gemotiveerd hoor.’
‘Je bent trouwens de eerste die het opvalt.’
(…)

Zo kunnen we ook leuk over de huisdieren praten. Er heeft zeker een week of drie een spinnetje in de plant gezeten, die de psycholoog liefkozend ‘haar huisdier’ noemde. Spinnen zijn tenslotte nuttige dieren, die de vliegjes fijn wegvangen. Het beestje zat elke week net in een ander hoekje. De derde week hing ‘ie midden in de kamer aan een gesponnen draadje naar beneden. Dat was wel een beetje de grens, we hebben hem maar weer in de plant gezet. Daarna heb ik ‘m nooit meer gezien… toch jammer. 

Maar wat het punt nou is van deze blog? Ik vraag me wel eens af of ik nou zo’n uitzondering ben dat ik waarde hecht aan continuïteit, of dat er meer mensen zijn die dat hebben. Ach ja, natuurlijk zijn er meer, een mens is in werkelijk niks écht uniek, maar soms voel ik me een wel heel vreemde eend. Ergens is het ook wel grappig, het biedt stof tot kletsen en wat luchtigheid en dát kun je in de kamer van de psycholoog soms wel goed gebruiken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten