Soms ben ik zó moe van het dagelijkse gevecht om de dag door
te komen. Dan ben ik het helemaal zat om constant met mezelf bezig te zijn,
hard te werken en vooral om mijn best te doen. En dan wil ik niet meer. Dan wil
ik het liefst een winterslaap doen en pas weer wakker worden als de ellende
voorbij is. Maar ja, het hele proces speelt zich in mijn hoofd af, dus ik zal
er echt bij moeten blijven.
Regelmatig drijf ik mezelf tot waanzin. Het enige dat ik dan
nog wil is niet denken, niet vechten, niet-zijn. En de enige manier van
niet-zijn in een mensenleven, is dood zijn. Maar dat wil ik dan ook weer niet.
Ik wil er zijn voor mijn kinderen, ik wil ze groot zien worden, er bij zijn op
hun diploma-uitreiking, met raad en daad voor ze klaarstaan en misschien zelfs
wel hún kinderen vasthouden. Ik wil oud worden met mijn man, minstens 83 en 84
hebben we afgesproken, of misschien wel 86 en 87, want dan zijn we 60 jaar
getrouwd. Ik wil er zijn voor mijn ouders, mijn vriendinnen en wie mij nog meer
nodig heeft.
Ik wil er zijn voor mezelf, ik wil lol hebben in het leven,
ik wil dingen beleven, ik wil het onderste uit de kan halen. En dat kan
allemaal niet als je onder de groene zoden ligt. Dus is de enige optie om mijn
rug te rechten, mijn hoofd omhoog te doen, diep adem te halen en weer de
volgende stap te zetten. Vooruit is de enige kant die ik op kan. Maar o, wat
vind ik dát soms ongelooflijk moeilijk.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten