donderdag 13 juli 2017

Laat mij maar



Laat mij maar. Ik wil gewoon graag in mijn putje blijven zitten. Ik wil niet meer hard werken om eruit te komen, om er vervolgens net zo hard weer in terug te vallen. Ik wil niet meer functioneren, ik wil geen verantwoordelijkheden, ik kan het niet. Stop mij maar ergens weg in een inrichting, ergens waar niemand last van me heeft, waar ik lekker depressief kan zitten wezen. Doe mij maar de makkelijke weg, het is op, ik wil niet meer vechten, ik ben er klaar mee, uitgevochten. 

Oké, dat gaat niet. Ik kan er niet mee stoppen en het maar laten, maar dat neemt niet weg dat ik me wel zo voel. Ik word overspoeld door een enorme wanhoop. Hoe ga ik hier ooit doorheen komen? Hoelang houdt deze zwarte periode mij nog in zijn greep? Waar is het licht aan het einde van de tunnel? Niemand die me hierin van antwoorden kan voorzien, niemand die het weet. De hele situatie zou zo oneindig veel draaglijker zijn als ik een einddatum zou hebben, als ik zou weten wanneer het voorbij is. 

Maar goed, zo liggen ze zaken niet, het enige dat ik kan doen is werken aan mezelf en mijn pillen slikken. Uiteindelijk kom ik daar altijd weer op uit: ik stop met vechten en probeer wat meer mee te bewegen met hoe de zaken er nu eenmaal voorstaan. 

En die instelling is niet eens zo gek. Want als ik stop met vechten komt er een soort van berusting, acceptatie. De gedachte: ’oké, dit is het kennelijk voor nu, hier zal ik mee moeten leren leven’. En die acceptatie geef wat rust, waardoor ik weer ruimte ga voelen in mijzelf. En in die ruimte bouw ik langzaam weer wat energie en vechtlust op, tot ik er uiteindelijk toch weer voor ga.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten