donderdag 3 augustus 2017

Het lied van de nacht

Ik lig in mijn bed, het is laat, de straatlantaarn schijnt langs mijn gordijn. De gedachten vliegen door mijn hoofd als een zwerm vuurvliegjes in het bos. Ik hoor mijn dochter omdraaien, mijn zoon murmelt iets in zijn slaap. Op de achtergrond het zachte gesnurk van mijn man, die naast mij ligt te slapen. In de verte rijdt er een auto weg, wat jongelui lopen luidruchtig door de straat. De nacht zingt zijn lied.

Ik voel me alleen, heel alleen. Ik ben alleen met mijn gedachten en mijn gedachten zijn alleen met mij. Er is niks waar ik mijn aandacht op kan richten dan ikzelf en alles wat er rondvliegt in mijn hoofd. Ik zou het zo graag willen begrijpen, willen delen, naast me neer willen leggen. Maar niemand kan in mijn hoofd kijken, mijn gedachten zijn alleen van mij. 

Eenzaam zijn is iets van alle leeftijden, niet alleen voorbehouden aan oudere mensen of mensen die hun geliefde verliezen. Ik voel me vaak eenzaam, omdat ik mijn pijn, mijn verdriet, mijn wanhoop niet kan delen. Ik kan erover vertellen, maar niemand kan het voor me voelen, niemand kan een stukje van me overnemen en er zijn maar weinig mensen die het écht begrijpen. 

Dus lig ik in bed, eenzaam. Ik probeer te slapen, maar de schaapjes weigeren te springen. Ze hebben het veel te druk met achter alle vuurvliegjes aanrennen. Ik kijk er in gedachte naar en probeer mijn schouders op te halen. Ik focus me op mijn ademhaling, ik raak afgeleid en breng mijn aandacht weer terug naar mijn ademhaling. Dat herhaalt zich, tot langzaam mijn gedachte wolliger worden, verder weg en minder belangrijk. Ik zak weg, val langzaam in slaap. Rust, ik heb even een beetje rust. De nacht zingt zijn lied, maar ik hoor hem niet meer…

Geen opmerkingen:

Een reactie posten