De spanning loopt op. Ik heb geen idee waarom. Zou het zijn
omdat mijn dochter bijna jarig is? Zou het zijn omdat ik een vrije dag heb en
geen plannen, maar genoeg te doen? Ik weet het niet, maar dat geknepen gevoel
in mijn borstkas, net onder mijn keel, is een bekend gevoel. Een gevoel waar ik
niet van houd. Het is een gevoel dat meestal een periode van onrust aankondigt.
En die aankondiging kan ik nu net niet gebruiken. Oké, eerlijk is eerlijk,
wanneer het ook komt, zo’n periode kan ik eigenlijk nooit gebruiken.
Het is een donker en dreigend gevoel. Het is een knijpend en
beknellend gevoel. Ik ga diep zuchten in de hoop het eruit te kunnen blazen.
Het moment van uitademen geeft (ironisch genoeg) wat lucht, maar zodra ik weer
inadem wordt alles weer samengeknepen. Ik zoek afleiding, dat helpt, maar op
het moment dat ik constateer dat het helpt komt de spanning terug.
Die spanning vind ik één van de lastigste dingen van mijn
depressie. Ik weet niet wat het is, ik kan het niet duiden. Het is geen
boosheid, het is geen verdriet, als ik moet kiezen komt het nog het dichtst in
de buurt van angst. Maar het is geen concrete angst, ik kan niet vertellen wáár
ik bang voor ben of waarom. De spanning komt en gaat en soms kan ik duidelijk
aanwijzen waar het vandaan komt, maar net zo vaak heb ik geen idee.
Alles bij elkaar heb ik nauwelijks grip op de spanning en
dat vind ik lastig. Vooral omdat ik, als ik zo gespannen ben, bijna niks gedaan
krijg. Gecombineerd met de onvoorspelbaarheid kan ik maar moeilijk afspraken
maken voor werkgerelateerde dingen. De kinderen opvangen kan een zware klus
zijn. Soms lukt het wel om mezelf te forceren, maar dat lukt maar kort en gaat
altijd ten koste van mezelf.
Uiteindelijk vloeit de spanning vaak vanzelf weer weg. Soms
duurt het een paar uur, soms een paar dagen. En zolang ik geen manier heb om er
iets aan te doen, zit ik het maar uit. Accepteren en loslaten, want een andere
keus heb ik niet. Maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten