Drie en een half jaar is het nu. Drie en een half jaar
geleden kwam de mist in mijn hoofd, samen met een pluk grijze wolken en wat
regen, kwam ik in de greep van de depressie. Al drie en een half jaar ben ik
aan het strijden om de dag door te komen, te overleven. Drie en een half jaar heb
ik therapie, waarin ik naar mijzelf kijk, mijn gedachten en emoties onder de
loep neem en leer.
Soms ben ik het zó zat. Soms wil ik niet meer naar mezelf
kijken, aan mezelf sleutelen, doorgaan. Soms wil ik het bijltje er bij neergooien
en stoppen met therapie. Niet meer elke week door de mangel, hordes nemen,
bergen beklimmen en mijn best doen. Niet meer elke keer weer het spelletje van vertrouwen
en wantrouwen dat mijn hoofd met mij speelt en dat weer moeten uitwerken, omdat
het nou eenmaal lastig is om therapie te hebben van iemand die ik niet vertrouw.
Niet meer de cliënt zijn die geholpen moet worden. Gewoon, niet meer dus.
Stoppen met therapie kan, het is geen verplichting, maar een
keuze die ik zelf maak. Maar ik voel wel degelijk een verantwoording naar mijn
omgeving. Naar mijn man, die zijn best doet om mij te helpen binnen zijn eigen
grenzen, naar mijn familie, die mij ondersteunen waar ze kunnen, maar bovenal
naar mijn kinderen, die een kilo lichter worden met elke steen die ik opruim en
dus niet in hun rugzak stop. En misschien, heel misschien, ook wel naar
mijzelf.
Dus ik volhard, ga door, blijf me inzetten en naar mijzelf
kijken, met mijn overtuigingen spelen en mijn emoties onderzoeken. In therapie
dus. Misschien nog wel 10 jaar, maar dat moet dan maar. Maar feit is dat ik
elke keer weer stapjes maak die me dichterbij het uiteindelijk doel brengen:
kunnen leven met mezelf. En daar gaat het uiteindelijk om.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten