Op de moeilijke momenten, als ik zit te kniezen op de bodem
van mijn putje, ben ik alleen. Ik ben alleen, omdat ik dan geen verbinding meer
aan kan gaan met de mensen om mij heen. Ik sluit mij af voor de wereld om mij
heen….
Ik functioneer op minimaal niveau, ik doe de boodschappen,
kook het eten, was de kleren en ga werken. Ik communiceer met de mensen om mij
heen over de nuttige en noodzakelijke dingen. Ik praat mee over de simpele
dingen zoals het weer en de politiek, maar ik vertel niks meer over hoe ik me
voel en wat ik vind. De mensen die mij niet goed kennen merken niks aan mij,
die zien mij mijn dingen doen en het lijkt of het goed gaat.
De verbinding die ik mis ligt op het emotionele niveau.
Eerst verdwijnt de verbinding met mezelf. Ik word mat en kan niet meer goed
voelen. Ik voel niet meer wat ik wil, wat ik vind en hoe het met me is. Ik sta
er niet meer bij stil en het enige dat er nog is is een allesoverheersende
spanning. Een logisch gevolg hiervan is dat de verbinding met de mensen om me
heen ook verdwijnt. De voelhoorntjes voor mijn eigen gevoel vormen de basis
voor het aanvoelen van anderen en die voelhoorntjes zijn uit.
Ook fysiek contact heeft flink te leiden onder het gebrek
aan verbinding. Ik ben me niet meer goed bewust van hoe ik me voel, ook lichamelijk
niet. Kleine pijntjes registreer ik niet meer, pas als iets écht goed pijn doet
vangt het mijn aandacht. Een knuffel of een kus geven en ontvangen vind ik
lastig, het voelt vreemd en ik ben te onrustig om er bij stil te staan. Doordat
ik geen contact meer kan maken met de wereld om me heen word ik eenzaam. Ik
draag mijn pijn, mijn verdriet, mijn boosheid, mijn spanning alleen.
Ik doe mezelf te kort, maar ook mijn omgeving. Mijn kinderen
en man voelen ook dat ik slecht bereikbaar ben. Zij hebben recht op mijn liefde,
warmte en bovenal oprechte interesse en aandacht. Het is en blijft een
uitdaging om op zulke momenten ruimte te creëren voor de mensen die mij dierbaar
zijn. Voor hun én voor mezelf blijf ik ‘m aangaan. Weliswaar niet
onvermoeibaar, maar zeker zoveel als ik kan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten