donderdag 4 oktober 2018

Net als vroeger


Ik rijd door een straat op mijn tweewieler. Ik kom van een afspraak vandaan en ben onderweg naar huis. Op mijn route ligt een straat die langs een school leidt. Het is ruim na schooltijd, dus ik verwacht er geen drukte. Als ik aan kom rijden zie ik een drietal jongens van een jaar of twaalf met hun fietsen midden op de smalle weg staan, behoorlijk in de weg. Eén van hun rijdt rondjes en kijkt totaal niet uit waar hij rijdt. Ik probeer er langs te manoeuvreren, wat niet helemaal soepel gaat. Ik zeg, op een redelijk vriendelijke toon dat de jongeman een beetje voor en achter hem moet kijken voor ander verkeer. 

Dan, in een fractie van een seconde, gebeurt het: ik hoor de jongen reageren en zodra ik dat hoor gaan alle alarmbellen af. De adrenaline schiet door mijn aderen. Mijn hartslag versnelt, mijn spieren spannen zich aan, mijn schouders gaan omhoog en ik ga sneller ademen. Ik weet er nog een bijdehante reactie uit te persen, maar in mijn hoofd is het een puinzooi. Daar sta ik weer, in gedachten op het volle schoolplein, altijd op mijn hoede omdat ik elk moment belaagt kan worden. Het enige dat ik nog kan is zo snel mogelijk maken dat ik wegkom. 

Al wegrijdend probeer ik mezelf gerust te stellen; dit gaat niet over mij, ze kunnen me niks doen, ik ben veilig. Het lukt maar half. Als ik een flink eind uit de buurt bent zucht ik eens diep, laat ik mijn schouders langzaam zakken en ga ik weer een normale snelheid rijden. Langzaam zakt mijn hartslag weer naar een rustig tempo. De situatie van zojuist draait als een filmpje in mijn hoofd, alsmaar op repeat. Ik voel hoe deze situatie al mijn angsten gereactiveerd heeft, tezamen met de zelfkritiek. ‘Ik had mijn mond moeten houden! Waarom gebeurt dit nu mij weer? Kan het nou nooit eens over zijn?’ Ondertussen zegt mijn verstandige kant: ‘Dit heeft niks met jou te maken, dit zijn een paar brutale pubers, wellicht niet zo best opgevoed, die dit bij elke willekeurige vreemdeling die zijn mond open trekt doen. Ze kunnen je niks maken.’

Langzaam zakt ook de adrenaline weg en kan ik mijn aandacht weer op andere zaken richten. Ongemerkt ben ik al een heel end opgeschoten op mijn weg naar huis. Gelukkig, bijna thuis, even bijkomen en wat afleiding zoeken. Nog even en het is net of dit nooit gebeurde, nou ja, tot de volgende keer dat het gebeurt dus. 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten