zondag 6 januari 2019

Brief aan mijn brugklasmentor

Beste Diana,

Laat ik vooropstellen dat ik weet dat de dingen die je zei met de beste bedoelingen waren en dat je toen, op dat moment, het goed probeerde te doen. Toen je zei dat jij het pestgedrag en buitensluiten niet zag, bedoelde je waarschijnlijk niet dat ik me aanstelde. Toen je zei dat ik me anders moest gedragen bedoelde je waarschijnlijk niet dat ik niet goed genoeg was. Maar het was wel de boodschap die je overbracht, hoe goed je het ook bedoelde.

Het was niet goed. Sterker nog, het heeft me heel erg beschadigd. Jouw woorden hebben het zaadje in mijn hoofd geplant dat het pesten mijn schuld was, dat het aan mij lag, dat ik de oorzaak was. Het waren jouw woorden die mij deden geloven dat ik het zelf uitlokte. Jouw woorden, in combinatie met die van anderen hebben ervoor gezorgd dat ik volwassenen niet meer vertrouw, dat ik me niet begrepen voel, dat ik denk dat ik geen recht heb op hulp, dat ik denk dat ik een verschrikkelijk mens ben. 

Je had naar me moeten luisteren, me moeten horen en steunen. Je had me het gevoel moeten geven dat ik het waard was om te helpen. Dat er voor mij ook mogelijkheid is tot normaal menselijk contact, dat gepest worden er niet ‘bij hoort’, dat het niet oké is. En vooral en bovenal, dat het niet mijn schuld is. Ik was toen wie ik was, door wat ik zo jong al had meegemaakt. En als kind heb je daar verdomd weinig invloed op. Ik deed zo mijn best, maar stond alleen en was machteloos.

Ik wilde hulp, steun, warmte. Ik kreeg ongeloof, afwijzing en schuld. Nu, ruim 22 jaar later, doet dat mij nog zeer. Jouw woorden van destijds spelen nog altijd door mijn hoofd, in allerlei situaties. Het is niet meer jouw stem, inmiddels is het mijn stem geworden. Je woorden hebben zich genesteld in mijn zelfbeleving.

Ik wil je niet meer begrijpen, vergoelijken, en geloven in je goede bedoelingen. Ik wil boos zijn dat je er niet voor me was. Ik wil verdriet hebben voor kleine Maaike, die helemaal alleen stond. Ik wil voelen dat ik er mocht zijn, met mijn verdriet en boosheid, mijn goede kanten en onhebbelijkheden. Ik kan je woorden nog niet ontkrachten, het voelt nog te veel als de waarheid. Het lukt me nog niet, maar ik werk er aan met mensen die me wél steunen en naar me luisteren. En dan hoop ik dat ik jouw stem, die mijn stem werd, voor altijd uit mijn hoofd kan bannen. 

Diana, het ga je goed, maar laat mij alsjeblieft met rust.

Groet, Maaike


Geen opmerkingen:

Een reactie posten